het Beste van 2

Laatst was ik in een Kulturu shop, een winkel die Surinaamse artikelen verkoopt, artikelen van een zeg maar religieuze en culturele aard. Ik liep daar naar binnen omdat ik nieuwsgierig was naar wat ze te verkopen en te vertellen hadden. Er waren daar Winti artikelen te koop en ik ben aardig nieuwsgierig naar de Winti cultuur. Ik zal een lang verhaal kort houden, ik kocht een paar cd’s, raakte met de mede eigenaar aan de praat. Hij vertelde mij dat Winti overging van familie lid op familie lid, maar dat dat niet altijd te sturen was en dat iedereen weer een eigen manier doorkreeg. Hij vertelde me ook over het versmeltingen van religies, zoals de religies en gewoonten van de indianen met de bosnegers en het christendom met de religie van de slaven. Ooit versmolten de religies van de Indianen en de Ontsnapte slaven van Haiti samen om zich zo te sterken in de strijd tegen de Fransen, op Cuba, in Brazilie en de nodige andere Amerikaanse landen versmolt het Katholicsisme met de Orisha verering uit de noord westelijke landen van Afrika, zodat de slaven hun eigen religies konden aanhouden, maar dan in een gecamoufleerd katholiek jasje. Mijn gesprekspartner noemde het heel mooi, je maakt gebruik van het sterkste van twee religies. Fusion Religie. Ik noemde het altijd religie shoppen, continu zoeken wat bij mij past, maar inderdaad, waarom zou je gewoon niet het sterkste van diverse religies gebruiken en dat gieten in iets nieuws.
Waarom deze inleiding? Omdat ik de laatste tijd aan het worstelen ben met mijn wortels en afkomst. Ik ben altijd heel katholiek opgevoed, ik heb dit al eerder vermeld, echter in mijn tienerjaren heb ik mij meer en meer afgekeerd van de kerk. Ik wil niets met dat instituut te maken hebben. Nog steeds niet. Voor mij is het een log dogmatisch instituut, waarin weinig tot geen ruimte is voor een ruimdenkende vrije geest. Sinds mijn late tienertijd heb ik me ook vol overgave gestort op de muziek en de kracht van klank en ritme. Ik heb de kracht van muziek gevoeld en ervaren tijdens de wilde concerten die ik heb bezocht. Ik heb bij deze concerten vaak in moshpits gestaan, wild gedanst, tot bloedens toe, in trance, onbesuisd en ongeremd. Ik voelde het belang van deze concerten, ik ervoer ze al initiatie dansen, dansen waarbij jongens laten zien dat ze man zijn. Mijn vriendin hield mijn bril vast en keek vol trots hoe ik ongeremd met een grenzeloze energie te keer ging als een maniak. Kleren sneuvelden regelmatig, blauwe plekken, kneuzingen en diverse keren sneetjes tgv studs (armbanden met kleine spijkers) of tanden door lippen. Hetzelfde gebeurde op het podium als ik met mijn punkbandje optrad. Ik verloor mezelf in het rimte, de klank, de feedback en de herhaling van teksten. Terugkijkend kun je dit een anarchistische manier van chanten noemen. Ik was een bezetene op het podium. Een wilde man. Ook hier regelmatig blauwe plekken en bloedige verwondingen. Zelfs tijdens repetities ontstonden lange jams waarin we eindeloos konden hangen op de herhaling van slechts enkele tonen.
Een priester, een kennis van mijn vader, noemde dit het uitdrijven van mijn persoonlijke demonen. Volgens hem sloeg ik letterlijk de pijn van me af. Dit zou kunnen. Ik denk inderdaad dat ik tijdens deze punk periode in de wereld van mijn duistere ik afdaalde. Ik moest mezelf ontdekken, op reis door alle pijn en alle duistere verborgen kanten van mijn zijn. Deze ontdekken, herkennen, beschrijven en accepteren als onderdeel van mezelf. Tijdens mijn experimentele noise periode, waarin ik een meester was in het maken van duistere rituele geluidstapijten met explicite performances ging ik hierin echt de diepte in. Tijdens deze periode verdiepte ik me ook in het sjamanisme. In het middel wat men trance noemde. Ik gebruikte geluiden en ritmes om in trance te komen, nu wilde ik meer weten over de wereld van de trance. Ik wilde meer weten van die wereld waar ik geregeld in afdaalde. Die duistere wereld, die wereld van dromen, die wereld achter de spiegel, de wereld van wensen en verlangens, de verborgen kanten van mezelf. Ik verdiepte mij in Chakra’s, in de levensboom van de Kabballah, Yggdrasil de boom des levens van de Germanen en in de Poteau Mitan van de Voodoo. Allen hadden ze gemeen dat er gereisd kon worden door werelden op ritme en dat energie zich verticaal verplaatste. Ik zag en ervoer klank en ritme meer en meer als een middel om jezelf te verkennen. Voor mij verbeeld dit trance reizen het reizen in de eigen geest. De onderwereld zoals die besproken wordt in het sjamanisme bevindt zich volgens mij in de archieven van de menselijke geest. Daar bevinden zich de herinneringen, de talenten, de kennis, alles wat we ooit gezien of van onze ouders/voorouders hebben meegekregen. Er bevinden zich daardoor ook zaken die we zo niet voor de geest kunnen halen, gewoon omdat ze via ons onderbewustzijn daar zijn opgeslagen. Door TranceReizen kun je deze zaken ontmoeten en zelfs bewust opzoeken. Zelf heb ik ervaren dat het een goed middel is om zo te kunnen afrekenen met demonen en spoken uit het verleden. (met demonen bedoel ik, de kanten van jezelf waar je moeite mee hebt om te accepteren en die ook niet altijd door de maatschappij geaccepteerd worden) En dat het een goed middel is om adviezen te vinden die verborgen zijn in de eigen geest. Mijn ouders leven daar in de herinnering diep in mijn geest, tijdens een TranceReis kan ik hen soms vragen voorleggen. Noem het een hypnose. Misschien zelfs wel suggestie. Dat mag. Maar hoe dan ook: het is een middel dat werkt.
Het reizen door de onderwereld is het meest tastbare. Herinneringen zijn beelden. En beelden zijn te visualiseren. Moeilijker is het om door de bovenwereld te reizen. Dit is het domein van het goddelijke in ons. Het overstijgende. Dit is abstract. Vormloos. Veel moeilijker om hier een beeld van te krijgen. Dit werkt veel meer op het gevoel. Voor dit reizen moet je kunnen loslaten. Uitstijgen boven de bekende beelden en ideeën. Hier vind je het goddelijke in jezelf. Iets universeels. Tussen deze onderwereld en bovenwereld bevindt zich het hier en nu. Dat is een punt. Het middelpunt van een verticale diabolo. Dit is hetgeen je ziet en ervaart in het moment.

Maar om terug te komen op het gesprek wat ik had met de mede eigenaar van de Kulturu shop. Sinds ik vorig jaar (zie eerder blog Magie) heb geleerd dat er christelijke stromingen zijn die het koninkrijk Gods in jezelf plaatsen, vind ik langzaam vrede met mijn katholieke opvoeding. Ik blijf er echter mee worstelen omdat ik in geen geval verbonden wil worden met het instituut kerk. Toch voel ik me ermee verwant. Ik heb net verteld dat ik voornamelijk bezig ben om met behulp van klank door de menselijke geest, de menselijke ziel te reizen. Het domein dus van het koninkrijk Gods. Is dit mijn versie van een Fusion Religie? Heb ik zo via een omweg gevonden waar ik voor mezelf God kan vinden? Wat het goddelijke is voor mij? Ik ben er nog lang niet uit. Het is een spirituele worsteling. Een filosofische worsteling. Een reis door beelden en ideeën. Een reis die ik meer en meer met anderen maak. Want na de performances, waar ik op een podium stond en mensen entertainde, geef ik nu drumcirkels en gongbaden in een meer meditatieve setting, waarin mensen actief deelnemen of meereizen op het ritme en de klank. Ik leer van de verhalen. Ik leer van de verbondenheid. Via de drums zie ik dan mensen zich verbinden. De eenvoudige ritmes en het diep doordringende geluid van de drums zorgen ervoor dat mensen hun persoonlijke ego verruilen voor het ego van de groep. We zijn dan één. Heb ik geleerd om het sterkste te gebruiken van diverse religies. Het lijkt erop. Nu moet ik zelf nog vrede zien te vinden met het omarmen van de wijsheid die ik van mijn voorouders heb meegekregen. Ik weet dat ik dat moet doen, maar het is het hoe waar ik momenteel mijn hoofd over pijnig. Dat zal mijn laatste hobbel worden. Maar ook deze hobbel zal ik kunnen nemen.