Het goddelijke. De stilte. Het heeft me enige tijd gekost, ik geeft het toe, maar uiteindelijk heb ik het begrepen. Nee, ik moet zeggen, heb ik het ervaren. In stilte huist het goddelijke, in stilte huist onze genezende kracht.
Het begon allemaal toen ik een late tiener was en op zoek was. Ik denk dat ik toen nog niet eens wist waarnaar, maar ik was duidelijk zoekende. Ik was in die tijd sociaal, politiek actief en winkelde van organisatie naar organisatie, dit bracht me aan het einde van mijn vervangende diensttijd in Utrecht bij de School voor Filosofie. Dit bleek na enige maanden een bijzonder instituut te zijn en na twee semesters hield ik het daarom voor gezien (had vreemde vervelende sekte achtige trekjes), maar door de lessen van deze school kwam ik wel in contact met mediteren. Dat was nieuw voor mij. Het waren eenvoudige meditaties, geleide meditaties, de leraar had een tekst en sprak deze uit terwijl wij onze ogen dichthielden en onze voeten plat op de grond. De zin “luister naar de stilte achter het geluid” was een vast onderdeel van deze meditaties. Een zin die ik nooit vergeten ben. “de stilte achter het geluid”. Het was ook een zien die bleef hangen. “de stilte achter het geluid”. En ik kon hem ook horen. Of beter gezegd: niet horen. Want stilte hoor je niet. Of toch wel?
Meer en meer ervaarde ik de stilte toen als een grote muur waarvoor het geluid en ons leven zich afspeelt. Een grote zwarte muur, ondoordringbaar, met daarvoor de wereld zoals wij die kennen, echter hoe meer ik er over nadacht en hoe meer ik naar die stilte luisterde, veranderde die muur in een onmetelijke ruimte van stilte, van niets. Ik heb ooit vanuit een Bathyscaaf (boot met glazen ramen onder het wateroppervlak) op Curacao de diepzee in gekeken. Dit is vergelijkbaar, een mooie witte zand ondergrond met weelderig leven verdwijnt in een onmetelijk zwart gat waar geen einde aan lijkt te komen. Dat is stilte, een onmetelijke ruimte waaruit al het geluid en al het leven voortkomt. Zonder deze stilte is geluid niet mogelijk. Geluid moet kunnen klinken. Alles wat we doen kan alleen omdat er een grote stille ruimte is, waarin alle potentie in verborgen is.
Naarmate de jaren vorderde begaf ik me op het pad van geluid en klanken. Eerst als maniakale experimentele performer, om uiteindelijk te eindigen in als een KlankTovernaar met stille subtiele klanken. Klanken die vooral de stilte tussen en achter de klanken benadrukken. Stilte waarin alle potentie van geluid verborgen ligt. Stilte als representant van het grote niets. Het grote niets waarin al onze potentie verborgen is, totdat het zich manifesteert. In die stilte ligt ook de kracht van ons herstel. Ben je druk, loop je over, zoek dan de stilte op. Verblijf er even. Laat de stilte zich als een helende deken over je heen draperen. Een mantel van leegte die alle zorgen absorbeert en je de gelegenheid geeft, om het leven weer onbevangen tegemoet te treden.
In deze stilte huist het Goddelijke. Het Goddelijke met al zijn genezende krachten. Je mag het een naam geven, je mag het ook gewoon ervaren en het aanvaarden zoals het is. Dit Goddelijke zit overal om ons heen en is ook met elk van ons verbonden. Elk van ons komt uit deze stilte voort en zal uiteindelijk naar deze stilte terugkeren. De stilte als de oerbron van het universum. Alles heeft immers een frequentie, alles in in wezen een klank. En klanken kunnen alleen bestaan bij de gratie van stilte.
Dus probeer de stilte te ervaren. Zoek de stilte regelmatig op. Zodat je jezelf kan resetten en kan opladen. Nieuwe ideeën op doen. Of gewoon even lekker heerlijk even helemaal onstpannen. Een momentje weg uit de hectiek van alledag. Een momentje in die lege wonderlijke wereld van de stilte achter ons geluid.