Schrijven

Als tiener wilde ik schrijver worden. Waarom? Omdat dat mij romantisch leek. De inhoud interesseerde me eigenlijk niet eens zoveel, maar het schrijver zijn, dat was het. Diep in de nacht achter je typemachine, drank binnen handbereik en een geile schoonheid die slechts gekleed was in mijn witte overhemd en een paar porno pumps. Natuurlijk gaf ik haar geen aandacht, want ik zat immers in mijn verhaal. Ja, dat wilde ik worden. Schrijver.

En wat ben ik geworden? Schrijver. Misschien kan ik het beter een part-time schrijver noemen. Een ongepubliceerde schrijver, onuitgegeven (op een paar gedichten en een boek over de Lukumi Tarot na), een luie.. Ik heb altijd veel geschreven, van wilde rebelse schoolverhalen, tot deprimerende zelf destructieve poëzie, tot een absurd epos over een alter ego Rigor Mortis geheten (nooit afgemaakt, ik kwam tot ruim 200 bladzijden), echter het meeste succes had ik met mijn blogs over de verpleging. Al moet ik zeggen dat het schrijven van één van mijn tarot stukjes op mijn Donkse Oog pagina mij het dichtste bracht bij mijn droom. Ooit zat ik in een hotel kamer, met twee tarot kaarten naast mijn computer. Ik schreef een stuk over de kaarten in de context van de dag, terwijl een half naakte schone haar armen om mijn lichaam sloeg. Ik zat achter het bureau te typen, zij stond achter mij, haar hoofd op mijn schouder, haar borsten in mijn rug, haar ogen volgden de woorden die het verhaal vertelden op het scherm. Daar deed ik het voor. Natuurlijk zat ik met mijn hoofd in het verhaal. Zoals ik altijd met mijn hoofd in het verhaal zit. Soms teveel. Soms vergeet ik ook dat anderen ook hun verhalen beleven. Hun verhalen kruisen het mijne, soms volgen ze dezelfde weg, maar vaak vergeet ik dat hun verhaal ook een verhaal is. Ben ik teveel bezig met het mijne. De tarot stukken werden goed gelezen en ze brachten me tot in de USA. Echter na enige jaren stukjes schrijven over tarot ben ik ermee gestopt. Geen zin. Geen tijd. Vul het maar in. Misschien gewoon luiheid. Tijd voor een nieuw hoofdstuk.

Nachtdiensten bleken ook een uitkomst. Ik werkte ooit op een afdeling waar ik in deze diensten alleen werkte op een kamer waar maximaal vier patiënten konden verblijven. Dit gebeurde niet vaak, dus had ik het in deze nachten vaak erg rustig. Ideaal. Dit bleek voor mij de gunstigste gelegenheid om te schrijven. Met stonerrock op mijn oren, een colaatje zero binnen handbereik typte ik diverse bloggen per nacht. De Avonturen van Broeder George, de Harten Zuster. Het bleek dat er een ruim publiek was voor deze avonturen. Maar zoals altijd, hield ik de continuïteit er niet in.  Is het verveling? Of zullen we het maar gooien op veranderde interesses. Ja die doet het goed. Laten we die doen. Ik groeide eruit. Al weet ik dat veel mensen  hopen op meer van die avonturen en ik weet ook zeker dat ik dat eens weer ga oppakken. Maar nu niet. Ik heb behoefte aan dat verhaal wat ik beter nog niet kan schrijven. En schrijven voor het archief is helemaal nooit mijn ding geweest. Ik ben een artiest, ik wil gezien worden. Ik geef het gewoon eerlijk toe.

Een vriend van mijn zei me ooit: “om verhalen te schrijven moet je ze beleven” Hij had gelijk. Dus ben ik ze gaan beleven. Hij verdween uit mijn leven. Vele anderen kwamen ervoor in de plaats. En verdwenen weer. Ik nam mij voor te worden wie ik wilde worden. Een avonturier, een artiest, een lady killer, een intellectueel, een priester, maar bovenal de schrijver van mijn eigen verhaal. Dat verhaal beleef ik nu. En inderdaad regelmatig diep in de nacht schrijf ik mijn stukken. Drank binnen handbereik en soms een mooie schone dame binnen handbereik. Dat is geluk. Puur geluk. Ik moet meer schrijven. Veel meer. Echter het verhaal leven is net zo belangrijk. En dat verhaal leven kost tijd, tijd die ik maar één keer kan uitgeven, tijd die ik maar één keer kan besteden. Het het leven van mijn verhaal is belangrijker als het schrijven. Als mijn boek ongeschreven blijft, is het maar raden naar mijn verhaal, maar als het verhaal niet geleefd wordt, is er niets om op te schrijven en niets om naar te raden. Een wijze les die ik geleerd heb is heel simpel: “je kan niet alles hebben”

En zo is het maar net. Dus leef ik het verhaal en als de tijd zich voordoet schrijf ik het verhaal. Als verslaglegging. Als document. Want zoals alle artiesten wil ik herinnerd worden. Ook al geef ik er eigenlijk niets om, toch wil ik dat. Dat men weet dat ik een verhaal heb beleefd. Dat ik het niet alleen heb geschreven, maar dat ik het echt heb geleefd.